Zoals de meesten onder jullie wel zullen weten woon ik al gedurende een aantal jaren in Antwerpen en het echte Antwerpse dialekt is een genot om naar te luisteren.
Een aantal tv-figuren hebben een prachtige tongval zoals o.a. Axl Peleman (muzikant), Robbe De Hert (filmmaker) en Peter van den Begin (akteur).
Ik zal onderstaand eens een verhaaltje proberen te vertellen over Gust die naar het werk fietste ; in Antwaarps dialekt (de uitdrukkingen en woorden staan vetgedrukt) ; Degene die het letterlijk kan vertalen in beschaafd Nederlands krijgt van mij persoonlijk een leuke prijs aangeboden.
(nee nee, het is geen veredelde carnavalstekst)
Op de vélo naar ’t wârek.
Een tijdje geleden had d’n Gust een accident gehad aan de Leugenbàààreg en den oto was pèr total. Hij laag zelf gelukkig niet in frenne vaneen. Gust, pertang geen slechte chauffeur zat, zo loemp as t achterend van ’n vaarke met z’n radio te spelen en hij reageerde te laat op een stilstaande motscyclette. De zwontjes moesten er gelukkig niet bij komen. Na het invullen van de papiere moest ie z’n eigen laten ophalen deur nen taxi. En met de trein is hij derna naar het werk gegaan.
Er moest een oplossing komen om voor de volgende keren op het werk te geraken en als enigste overblijvende vervoermiddel bleef de vélo over. Hij had nog een oude koersvélo op de zolder staan en deze moest eerst door de fietsenmaker nagekeken worden voorda hij er mee naar het werk kon fietsen. “Koâp dageriet mè kundoanvange” zei d’n Gust toen hij binnenstapte. Maar het was geen probleem voor de fietsenmaker.
Nadat de vélo terug kwam van de fietsenmaker zag Gust dat de fietsenmaker ginne foefelèr was. Het kostte 50 euro en das bekaanst verniet. Hij kuiste den hele zaterdag om toch een beetje fatsoenlijk op de job te komen.
Hij had ook nog een tenue van Dré Maas. De knalrooie tenuekes die in de jaren 80 overal in het westbrabantse bekend waren.
D’n eerst keer dat ‘m naar het wârek fietste hattem de wekker al vroeg gezet. Het eerste wattem moest doen was de sjofààsj aanzetten voor z’n vrouwke, die een uur later wakker werd. De blaffeture bleef nog toe. Het was buiten nog pikdonker. Hij deed Muesli in een diepe talloer. Dat wist ‘m nog van de tijd dattem vroeger koerste… eten van muesli is het belangrijkste wat er is. In z’n schoofzakske gingen nog wat extra bokes mee voor de’n grote honger.
Eerst moest ‘m nog kaka gon doeng en toen de vélo op. Lampkes van voor en van achter en reservemateriaal inclusief een turnavies in zunne rugzak. Voor het geval van ne plattentuub of iet anders.
De wind stoeng in z’n gat, en het eerst stuk ging goed vooruit. Bij de spoorweg in Kapellen had ie echter al ’t eerste malheur. Een pas vertrokken goederentrein moest passeren en hij stond zekers 5 minuten stil. Hij was net warm aan het draaien. Toen em in volle vaart weer erin wou vliegen knalde em bijna op een stilstaande auto. Het was nen oto meej ne remorkzonder lichten. Die dingen zouden ze toch eens goed moeten controleren. Toen zag Gust ook nog een madam aankomen. “Blefdoep de lantoer” , schreeuwde Guust voordat er nog meer accidenten gingen gebeuren. De Gust was ginnen broekschijter , maar z’n goesting werd toch wat minder. Mor hij moest wijer. In Putte aangekomen werd het licht en dat maakte het wel plezaanter. De vogeltjes begonnen te kwetteren en hij rook hier en daar lakkere geuren uit een plaatselijke bakkerij.
Het enige probleem dat em nog had was ’n gebrek aan fietstraining. Z’n benen werden zwaar en hij kreeg de trappers amper nog rond. Hij voelde het verschrikkelijk aan z’n bruien.
Hij schakelde naar een lichter verzet en probeerde niet te forceren. Door Hoogerheide en over de ouwe Zeeuwse weg langs de Heimolen naar Borgvliet ging het langzaam maar zeker vooruit. Het leste stuk werd em gepasseerd door schoolgaand joeng ; hij voelde zichzelf nen eecheck, maar hij kwam uiteindelijk toch op ’t wârek aan. Eerst goeng ‘m z’n aaige wasseen na een lakkere jat koffe liep em langs alle bureaus oem te zegge dat ‘m vandaag effe met de vélo was gekomen.
Hij moest niks dan hoesten en z’n collega’s zeiden “ajee wadoepgeschaard” Het was nie waar , “kzen gewoon muug.”, dacht em.
Die dag is t ‘m op het werk niet vree produktief geweest want hij moest z’n eigen sparen om ’s avonds v’rom te rije. Een collega zei dat het die dag niet zo best ging op het wârek.Guust dacht nog bij z’n eige “Da mutte ga just zegge” “Ge zijt zelf een tetterwaaf”
De weg nor huis ee t’em vree afgezien, maar ook dat istum toch gelukt. De volgende dag eet’m nen dag congé gepakt om een nief vwatuur te gaan kopen want dat avontuur was ‘m toch niet heel goed bevallen.
Een en ander is deels uit eigen ervaring beschreven (alleen fiets Gust nog steeds met de fiets naar het werk en gaat het niet altijd zo moeizaam als in bovenstaand artikel beschreven is)

Jan Hellemons

Categorieën: Verhalen