Voorbereiding:

Niets is zo simpel als je voorbereiden voor een fietsuitdaging. Je zorgt ervoor dat je genoeg km’s in de benen hebt en alles komt automatisch in orde. Na afloop van het vorige fietsseizoen ben ik dus gewoon m’n wekelijks ritje blijven doen. Zo bleef m’n conditie een beetje op peil. En vanaf januari ben ik dan iets meer km’s gaan maken. Elke woensdag met de fiets naar het werk; dit was niet altijd aangenaam, aangezien de wekker dan om 5u afliep en ik om 5u30 al op de fiets zat. Brrrrrr, flink wat kou geleden. In het weekend maakte ik dan meestal een rit met een club uit Merksem, waar ik inmiddels lid ben.

Als extra trainde ik elke maandag na het werk in de fitness bij mijn werkgever. Hoge trapfrequentie, afgewisseld met flinke krachtintervallen.

In maart dreef ik de km’s op door bij Zomerlust de zondagritten mee te rijden, fietsend vanaf en naar Merksem (elke keer ca. 140 km). Elke Maandag reed ik dan m’n benen los op de fitness. Zonder al te hoge intensiteit.

M’n laatste test was de Ludo Peeters classic. 7 uur ‘s ochtends vertrokken vanaf huis en in de stromende regen 150 km solo afgewerkt. Heel goeie benen, maar de dag erna tijdens m’n laatste ritje met Zomerlust was ik niet vooruit te branden. Ik wist uit ervaring dat dit geen reden was voor paniek. Met m’n benen een paar dagen rust te gunnen zou het wel opgelost zijn.

Een ander deel van de voorbereiding was om m’n eetpatroon een beetje aan te passen. Gedurende 2 maanden ben ik 8 kg afgevallen; die extra kg’s hoefde ik al niet mee naar boven te slepen op die lastige hellingen in Vlaanderen. Hier wil ik vooral m’n vrouw Ann voor bedanken. Met gevarieerde voeding was het geen enkel probleem om die 8 kg af te vallen. (ze weet inmiddels wat de beloning voor haar menu tips is …. ). Het bekende koolhydraat-stapelen heb ik ook toegepast gedurende de laatste 3 dagen voor de Ronde. Veel bananen, pasta, boterhammen met confituur, eierkoeken, ontbijtkoek etc etc.

De Ronde:

a)    avond voordien

Na een heuse logistieke organisatie was ik vrijdagavond in Brugge. Samen met m’n collega Siebe hadden we de fiets klaargemaakt; laatste nauwgezette inspektie, nummer op de fiets gehecht. Kleren klaargelegd. Toen besloten we nog even naar de markt te wandelen en daar alvast een beetje sfeer op te snuiven. Na een kleine zoektocht kwamen we aan op een mooi verlichte markt met bijna geen volk. Ik ben in Antwerpen toch wel iets anders gewend. Maar onze aandacht werd meteen getrokken door een groot podium waar twee schuine loopplanken op gemonteerd waren. Eentje om naar boven te stappen en eentje om vanaf te rijden/stappen. Een bewaker lachte ons vriendelijk toe en vertelde ons dat hij de hele nacht het podium moest bewaken. We dronken nog een pilsje op de goede afloop en gingen maar slapen.

b)   de start

Na een goede nachtrust stonden we rond 6u45 op de markt en we waren niet de enigen !!! Een rij van ongeveer 50 meter lang en 5 fietsers dik stonden al aan te schuiven om op het podium te klauteren. We hoorden allerlei nationaliteiten, het gebruikelijke voordringen etc etc. Ik werd er toch een beetje ambetant van. Om 7u30 was het onze beurt om op het podium te staan en weldra vertrokken we voor ons avontuur.

c)    de eerste kilometers

Vanaf het begin leek het wel een koers. Iedereen probeerde elkaar te passeren. Op de smalle fietspaadjes was het een nerveus gedoe. Soms moest je vol in de remmen omdat ze voor je ineens stil stonden. Na 10 km werd ik gesneden en ik koos er maar voor om me in een zacht gazon te laten vallen omdat ik niet snel genoeg uit m’n pedalen kon klikken. Een valpartij zonder gevolgen dus. Na 60 km was de eerste controlepost en het leek wel of we weer bij de start stonden. Wat een volk !!! na 15 minuten aanschuiven hadden we ons eerste gaatje in de controlekaart. Snel gedronken en wat koeken gegeten en de tocht vervolgd.

d)   de echte Ronde

Na ongeveer 4 uur fietsen begint de ronde pas echt. Met een flinke kasseistrook en daaropvolgend de Molenberg ben je meteen goed wakker geschud. Ik merkte meteen dat ik lekker omhoog ging. Ik passeerde veel fietsers en dat gaf me meteen een heel goed gevoel. Na nog een kasseistrook wachtte ik even op Siebe die ook lekker warm gereden was, maar het duurde iets te lang. Even met elkaar gebeld en wat bleek … het noodlot was bij hem toegeslagen: derailleurwieltje afgebroken. De materiaalwagen moest hem ophalen en naar de finish brengen. Ik moest alleen verder.

e)    met overmoed naar de Koppenberg

Op de Kwaremont ging het perfekt en de Paterberg, die ik tijdens een eerder kennismaking lopend naar boven had gedaan, bleek ook geen enkel probleem. Ik had zelfs nog een tandje over ! Dus ik volle bak naar de Koppenberg. Links en rechts was een file van lopende mensen. Het middenpadje werd smaller en smaller en doordat ik te groot had staan begon ik iets te veel te slingeren. Ik was te laat met het terugschakelen en voordat ik het wist moest ik voet aan de grond zetten. Iets verder kon ik me vastpakken aan een dranghek en zodoende toch nog de resterende meters naar boven fietsen, maar ik was toch wat teleurgesteld dat ik niet geheel fietsend naar boven was gekomen. Ik had toch beter meteen het kleinste verzet gekozen en zodoende beter kunnen manoevreren.

f)     verder verloop

De hellingen en kasseistroken volgden elkaar nu in snel tempo en zonder problemen geraakte ik verder. Van 160 tot 210 km begon alles wel een beetje zeer te doen en de benen voel je langzaam vollopen. Maar ik kon toch een behoorlijk tempo blijven fietsen. Bij drukke verkeerswissels met verkeerslichten wordt je als solo-rijder altijd tegengehouden door politie. Die laten alleen grote groepen door zodat de auto’s niet constant tegengehouden moeten worden.

g)   de laatste loodjes

Na de laatste post (50 km van de finish) kreeg ik weer het goede gevoel te pakken. En was m’n gedachte al bij de Muur. Rustig het eerste stuk asfalt naar boven. Daarna op de gemakkelijke kasseien even beetje gas geven. Dan op het kleine vlakke stuk beetje “uitrusten” en daarna knallen bij het kapelletje. Fantastisch gevoel, met al die uitzinnige mensen die je omhoog schreeuwen. Dit moet je meegemaakt hebben!!! Direkt hierna de Bosberg , die dan nog tegenvalt, omdat hij redelijk lang lijkt. Dan met de laatste krachtinspanning naar de finish. Je weet dat het de laatste 20 km zijn en dat er geen obstakels meer komen. Dus je kunt dan nog alles geven. Zonder kramp en met een heel fijn gevoel bereikte ik om 17u45 de finish in Meerbeke/Ninove.

Na afloop:

Oef… schoenen uit, helm af en de ongelukkige Siebe zoeken. Die zat al bijna de hele middag in de feesttent. Hij had nog aangenaam gezelschap gevonden van een mede-pechvogel.

Het eerste waar ik geweldig zin in had was een grote zak Belgische frieten met mayonaise en een frikadel. Dat was een aangename afwisseling met al die koeken, repen, bananen etc. Voldaan ben ik naar huis teruggekeerd. Ik moet zeggen dat je als wielertoerist ooit eens de volledige Ronde van Vlaanderen gedaan moet hebben, maar dat het gezien het massale karakter niet de meest leuk tocht is om te rijden. Ook de eerste uren zijn vrij saai. Ik betwijfel dan ook dat ik hem nogmaals zal rijden. Er zijn volop anderen prachtige tochten, met uitdagende parcoursen en met veel minder deelnemers, die het fietsen aangenamer maken.

Jan Hellemons

Categorieën: Verhalen