Bij de wielrennerij hebben we altijd te maken met een aantal randverschijnselen. Deze keer wil ik iets vertellen over de smeersels aan de benen.
De eerste keer dat ik met dit fenomeen in aanraking kwam was ik nog een jong ventje dat wekelijks met de tourclub meefietste. We kregen allemaal een monstertje Midalgan “Baumwolle” met dieptewerking. Zo’n wit plastic zakje; het zag eruit als een zakje mayonaise van tegenwoordig. We smeerden dat spul maar direct op onze benen en het stonk geweldig. Het werd ook meteen een beetje warm en ik voelde me geweldig gesoigneerd. Op de benen van wijlen Gerard Timmermans had dit een geweldig effect. Hij kreeg het ontzettend warm en het jeukte als de pest. Hij had er echter z’n lange zwarte wollen collant over aan gedaan!!
Een ander voorval met smeersel was m’n eerst koers die ik bij de junioren van de KNWU reed. Ik ging toendertijd bij René van Dorst voor massage en die gaf me het smeerseltje Emerxil. Het stonk niet zo en het leek vrij neutraal. Aangekomen in Den Hout, waar het districtskamioenschap gereden werd moesten we ons omkleden in een plaatselijke sporthal. Ik was er samen met enkele ploegmakkers van de Zuidwesthoek ploeg (beter bekend als de zwart-witmannen van Van Schilt). Ik weet nog dat Jelle Nijdam een beetje gedold werd door een paar 2e jaars junioren…. het lachen zou ze later wel vergaan. Toen iedereen zo een beetje vertrokken was ging ik me dan zelf prepareren voor m’n eerste koers. Uierzalf in de broek en een beetje emerxil aan m’n benen. Niks geen resultaat; ik voelde niks en aangezien het buiten wel wat koud en nat was deed ik er nog maar wat op. Niks…. nog maar wat en nu een flinke kwak. En ja hoor … het begon te werken … aij m’n benen werden warm, heet. De boel begon in brand te staan. Ons pa die natuurlijk de begeleider was in die tijd moest op zoek naar water. Dat was eigenlijk niet zo een probleem, want hij was altijd zo zenuwachtig dat z’n eerste aktiviteit bij een koers bestond uit het zoeken van het toilet. Met de drinkbus vol met water werden m’n benen overgoten totdat de pijn een beetje draaglijker werd. Zo begon ik m’n eerste koers bij de junioren.
Als je in het peloton reed kon je aan bepaalde benen je voorganger herkennen. Deels aan de vorm en manier van fietsen. Maar er waren ook benen te herkennen aan de kleur van het smeersel. De benen van John Leijs kon je zo herkennen: die waren knal geel. Ik heb nooit kunnen ontdekken wat hij daar allemaal opsmeerde.
In de zomer was het gebruik van gewone uierzalf in mijn vroegere tijd ook wel in de mode. Je werd er lekker bruin van en je hoefde maar een pot mee te nemen. Je kon dat spul ook aan je zeem in je broek smeren
Uiteindelijk ben ik tot de conclusie gekomen dat smeersels efficiënt zijn bij koud, nat weer. Het kan misschien een psychologisch effect hebben als je er gesoigneerd uitziet, maar onthoud goed dat de benen het werk moeten doen en niet de smeerseltjes.
Jan Hellemons