“Samen met andere clubs deden we ook mee aan winteractiviteiten”. Maar die waren aan mij niet zo besteed. Ik hield liever een winterslaap.”, was de laatste zin uit het stukje van mede columnist Michel. Laat ik nou net in gedachten hebben om een stukje te schrijven over die betreffende winteraktiviteiten.

Toen ik bij de trimmers reed was het seizoen al klaar in september en de rustperiode begon eigenlijk al in de herfst. Vandaar dat er dan ook herfstspelen georganiseerd werden door ERVC. Dat was een vereniging die een aantal wieleraktiviteiten organiseerde voor de trimmers. (toen waren dat eigenlijk de niet-licentie houders). Ze organiseerde onder andere een openingskoers, de eierrit met Pasen, de sluitingskoers aan de Philips. Later kwam daar nog de koers van de Brembos bij.

Maar zoals ik al zei  waren ze toendertijd ook bekend vanwege de herfstspelen. Deze bestonden o.a. uit de volgende onderdelen: 1 km tijdrit, 3.5 km tijdrit, 100 m hardlopen, kogelstoten, verspringen, veldrit, 4 km veldloop.

Ik herriner me nog heel goed de 1 km tijdrit. De start was bij de boerderij van Tiest Boden en je moest richting kruising van Riekes Deelen rijden (langs het oliedepot). Zoals bij de meeste sportevenementen was Tiest niet weg te slaan toen er gereden werd.

Een voordeel was dat de weg lichtjes bergaf ging. Volgens mij was de afstand  ook iets korter dan 1 km . Kortom er konden snelle tijden gereden worden. Er werd een splitsing gemaakt tussen junioren, senioren en veteranen. De tijdrit werd gewonnen door de veel te jong gestorven Reinier Valkenburg. Die was toen al zo snel dat hij algeheel winnaar was. Met grote krantenkop stond er “junior snelste tijdens Herfstspelen”.  De overige onderdelen vonden plaats bij camping Heidepol. Het  volgende onderdeel was de 100 m sprint; en aangezien ik aan het einde van het wielerseizoen ook bij de Rimboe ging trainen ging het lopen me vrij goed af. Ik was alleen niet zo heel geconcentreerd bij de  start. De starter zei nog tegen ons pa: “dat heb ik nog nooit meegemaakt dat iemand tijdens het starten nog omkijkt” Dat betekende voor mij dus een plaatsje in de middenmoot.

Het meest is me van de herfstspelen eigenlijk het onderdeel kogelstoten bijgebleven. Ik had op de MAVO bij de broederkes in Huybergen natuurlijk tijdens de gymnastiekles al wel eens gekogelstoot of kogelgestoot of  kogelgestoten of  ?????? (dit is de prijsvraag van deze keer), maar dat kon ik helemaal niet goed. Ik vond mezelf een heel sterke jongen maar die stomme kogel wilde maar niet ver weg vliegen.

Dus… ging ik thuis oefenen. We hadden zo’n ouderwets gewicht van 5 kg dat gebruikt werd voor een bascule. En samen met ons pa in d’n hof trainen. We hebben allerlei technieken geprobeerd. Het toeval wilde dat ons pa er eigenlijk ook niks van kon, en die begon te denken dat het gewicht te licht was. Het kwam erop neer dat we allebei te sterk waren voor kogelstoten!! (maar in principe heb je voor kogelstoten een techniek nodig die snelheid en kracht combineert).

Dat was dus een onderdeel waarop ik het allerslechtste eindigde, maar een geluk bij een ongeluk was dat je voor het algemeen klassement het slechtste resultaat mocht schrappen.

Samengevat het ging er fanatiek aan toe en ik vond het toch altijd wel een leuke afwisseling tussen de wielerseizoenen door.

In een later stadium organiseerde Zomerlust de winterspelen. Dit was een competitie tussen leden van Zomerlust en de Molenrijders; het principe was ongeveer hetzelfde als de herfstspelen. De aktiviteiten vonden plaats op het “rondje Ouwervelden” en in de gemeente bossen.

Het klinkt allemaal ouwerwets, maar toen waren er nog geen spinningavondjes, ATB toertochten, fietsvakanties naar Mallorca etc, etc..     dus werd er op deze manier overwintert.

Jan Hellemons

Categorieën: Verhalen